Open brief aan het bestuur van de Klim- en Bergsportfederatie
Dit weekend vond in Imst (Oostenrijk) het Youth Color Climbing Festival voor de jeugd D en C plaats. Het Youth Color Climbing festival is al jaren de enige wedstrijd in Europa voor de jongste categorieën. Zowat alle landen van Europa sturen hun sterkste klimmers hier op af. De faam van deze wedstrijd is dan ook zeer groot. Dit is hét Europees kampioenschap voor de min 14-jarigen bij uitstek. Ook dit jaar kwamen vanuit 18 landen + Vlaanderen 144 kinderen meedingen voor de beker. Het Belgische team onder begeleiding van trainers en coaches in keurig nationaal Belgisch fliesje bestond dan ook uitsluitend uit Waalse kinderen, niet minder dan 14. Hun prestatie mag gezien worden met als uitschieter Harold Peeters die tweede eindigde.
Buiten de Belgen namen ook drie leden van een Vlaamse club deel aan deze wedstrijd. Hun prestaties waren ook niet zo slecht met een 7de, een 9de en een 30ste plaats zitten ze behoorlijk stevig in het wedstrijdgebeuren ingeburgerd. De club had trainster Liselotte De Bruyn ter beschikking gesteld om de zenuwslopende begeleiding van de drie Vlaamse klimmers op zich te nemen. Ze moesten elk 9 routes klimmen. Dit vergt heel wat planning, opwarming, begeleiding en soms een troostende knuffel. De ouders zorgden voor de volledige logistieke ondersteuning van de groep. Ook bestuurslid Hendrik Peeters was aanwezig om de kindern mee aan te moedigen.
Het zou dan ook geen kwaad kunnen dat de Vlaamse jeugd wat meer erkenning zou kunnen genieten vanuit de federatie. Zo zouden ze om te beginnen al kunnen opgenomen worden in een nationaal of regionaal team. Dat er vanuit Vlaanderen maar enkele deelnemers aanwezig waren komt onder andere omdat er geen promotie en ondersteuning voor het sportklimmen voor de jongste categorieën bestaat op Vlaams niveau. De wedstrijd wordt zelfs niet aangekondigd, laat staan dat er resultaten of een verslagje zou verschijnen op de site of in het magazine van de federatie. Van enige financiële ondersteuning is uiteraard ook geen sprake al is dit niet het belagrijkste voor de kinderen zelf.
Maar goed dat de clubs nog de moeite doen om tijd en geld in de jeugd te investeren. Voor de kinderen is vooral erkenning en belangstelling van hun inzet, die niet gering is, belangrijk. Binnen de club is daar geen klagen over. Resultaten worden gepubliceerd, finalisten worden in de bloemetjes gezet en de ouders krijgen een financiële tegemoetkoming voor de oplopende kosten die het topsportkimmen met zich meebrengt. Om de teamspirit te versterken zijn er regelmatig feestjes of uitstappen. Dit zijn de relaxmomenten tussen door de toch wel zeer ernstige training en discipline die de voorbereiding voor nationale in internationle wedstrijden vereist.
Als het sportklimmen in Vlaanderen enig succes wil hebben en mee wil kunnen op internationaal niveau is investeren in de jeugd vanaf de jongste catergorie een must. Zij moeten de erkenning, aandacht en aanmoediging krijgen die ze verdienen. Wedstrijden zonder podium, wedstrijden waar alleen maar Frans gesproken wordt en wedstrijden voor de jeugd waar ze moeten meeklimmen in hogere categorieën zijn erg frustrerend voor hen. Maar ook zij die uit de jeugdreeksen stappen, moeten ondersteuning blijven krijgen. Een federatie die een sterke voeling heeft met de jonge klimmers, hun trainers en de ouders kan haar beleid doelmatig sturen. Communicatie en vooral luisteren naar de noden en grieven. Na drie jaar deelname aan nationale en internationale wedstrijden heb ik nauwelijks communicatie van de federatie ontvangen met betrekking tot het sportklimmen van mijn dochter. Volgend jaar kan Celine eventueel deelnemen aan het internationaal wedstrijdcircuit. Ik ben benieuwd wat mij (niet) te wachten staat. Na wat communicatie vorig jaar heb ik – van horen zeggen weliswaar – gedaan gekregen dat opkomend jong talent al wel zou kunnen deelnemen aan een buitenlandse training met de nationale ploeg, maar heb hierover geen enkele schriftelijke communicatie of uitnodiging ontvangen.
Promotie van de klimsport
Een beetje media-aandacht zou wonderen kunnen doen (al was het alleen maar al in de klimmersmedia). Wedstrijdklimmers hebben aanmoediging van het publiek nodig. Wat de federatie doet om de wedstrijden bekend te maken bij het publiek is mij niet bekend. Gelukkig is het solidariteitsgevoel en de collegialiteit tussen de klimmers erg groot en worden ze door hun concurenten aangemoedigd. In het KBF-magazine zie je schoorvoetend al wel iets verschijnen over het sportklimmen, maar dit is nog steeds erg beperkt en er is zeker nog geen sprake van een doelgerichte strategie.
In de hoop op een betere toekomst.
Peter Cuypers
papa van klimster Celine Cuypers