Post van KBF
Klim- en bergsportfederatie, Zwijndrecht, donderdag 12 januari 2017
Betreft: Selectie Nationaal Team Boulder Jeugd 2017
Beste Céline,
Uw resultaten op de verschillende wedstrijden leiden in de ranking van afgelopen boulderseizoen en bijhorende selectiecriteria tot een selecteerbare plaats voor het Nationaal Boulder Team Jeugd 2017.
Na overleg binnen de topsportcommissie van de Klim-en Bergsportfederatie raden wij u ondanks dit veelbelovende resultaat af om deel te nemen aan internationale bouldercompetities.
Het internationale competitieniveau ligt veel hoger dan het Belgische competitieniveau en we vrezen dat internationaal goede resultaten en finales voorlopig voorbarig zijn. Blijf vooral deelnemen aan nationale wedstrijden en verder ontwikkelen in het sportklimmen.
Dit advies van de topsportcommissie is niet bindend, maar wordt geformuleerd om demotivatie en verlies aan zelfvertrouwen alsook onnodige betaling van deelnamegeld te vermijden.
Laat dit negatief advies je niet ontmoedigen en blijf vooral met plezier verder genieten van de klimsport.
Indien u vragen heeft, aarzel niet om contact op te nemen.
Met sportieve groeten – Arthur Ceuleers (Voorzitter KBF) en Robby Tóth (Topsportcoördinator KBF)
Slechte over-all ranking
Omdat Celine het voorbije najaar maar aan één boulderselectiewedstrijd kon deelnemen was haar over-all ranking natuurlijk niet erg goed. Maar Celine kon zich op die ene wedstrijd wel bewijzen bij de junioren door als eerste te eindigen. Dit moeten de KBF-afgevaardigde en de rest van de STOPsportcommissie (we weten niet wie daarbij betrokken is) ontgaan zijn. Aan de andere boulderwedstrijden kon ze niet deelnemen door het examen initiator muurklimmen (dit had ze makkelijk op een andere dag kunnen afleggen, maar de organisatoren wilden dit voor haar niet toestaan). Het BK-boulder viel samen met de leadwedstrijd in Kranj, waar we in de zomer al voor gekozen hadden. De boulderdata waren toen nog niet bekend. Voor Kranj hadden we de nodige afspraken al gemaakt met het Waalse CAB om haar te begeleiden en de kosten aan ons door te rekenen. KBF wou haar voor Kranj niet financieel steunen.
Negatief advies
Nu is de beslissing om weinig of geen geld uit te geven aan een atleet, waarvan men ‘weet’ dat het internationaal niveau niet haalbaar is, nog te begrijpen. Wat wel stoort is dat dit via een zakelijke standaardbrief moet. Er wordt van uitgegaan dat Celine, na 7 jaar internationaal klimmen, geen weet heeft over het internationale niveau. Er is geen overleg gepleegd met haar trainer/coach. Ook over haar eigen plannen werd geen info ingewonnen. Dus ontbreekt hier enige empathie. Waarom niet gewoon een positief advies sturen voor lead of nog beter: geen brief sturen en de atleten zelf, in overleg met hun coach en ouders, laten beslissen wat voor hen de beste keuze is, zowel financieel als over de te verwachten resultaten.
Gemotiveerd om te trainen
Omdat het jeugdteam van Klimax stopt bij 18 jaar en er in Vlaanderen geen begeleide training is voor volwassenen, volgt Celine vanaf eind september de Franstalige training onder leiding van Didier Mottart in Louvain-la-Neuve. Celine is erg gemotiveerd door de nieuwe omgeving en de intensieve trainingsmethode. Didier mikt voor Celine op een half jaar harde krachttraining voor boulder om daarna terug het leadklimmen op te pikken door weerstandstraining. Dus Celine gaat twee maal per week 4-5 u trainen in Entre-Ciel-et-Terre. Daarna traint ze nog een maal per week in Klimax (alleen) aangevuld met een krachttraining in een fitnesscenter. Motivatie genoeg dus. Of deze aanpak de juiste is zal de toekomst uitwijzen.
Toekomstplannen
De kans dat het kleine Vlaanderen – waar muurklimmen maar een marginale bezigheid is – meer dan één wereldster produceert is erg klein. De STOPsportfederatie doet met dit soort brieven alle moeite om atleten aan te zetten zich te engageren (trainen) voor het internationale klimmen met volgende uitspraak: “Je kan daar niets gaan doen, want je haalt toch niet de finale.” Zo kan je 40 van de 50 klimmers meteen naar huis sturen, want die halen ook de finale niet. De internationale bekerwedstrijden worden dan een leuk onderonsje van een beperkte wereldtop. Wil je met maar een tiental deelnemers een wedstrijd houden, dan zijn er de masters, waar alleen op uitnodiging kan aan deelgenomen worden. Celine traint hard om een zo hoog mogelijk niveau te halen. Is dromen van een halve finale op een wereldbeker ook niet goed genoeg? Ook wil ze zich inzetten om andere klimmers te inspireren, motiveren en later eventueel te begeleiden om zich te engageren voor het wedstrijdklimmen. Hiervoor kan ze maar best zoveel mogelijk wedstrijdervaring en een zo hoog mogelijk klimniveau hebben. Trainers hebben soms te weinig eigen wedstrijdervaring.
Andere prestaties
Op de rotsen klom Celine enkele jaren geleden als jongste Vlaams meisje het niveau 8b+. Het jaar erop topte ze een 8c route. Verder heeft ze weinig mogelijkheden om naar de rotsen te trekken om nog meer routes te klimmen. In 2015 wist ze tijdens het wereldbekerevenement in Klimax het wereldrecord dynospringen maar liefst 7 keer te verbeteren. Nu mag het Dynospringen een beetje out-dated zijn, maar het was dan toch een unieke en onverwachte prestatie. Tijdens de vorige wedstrijden werd er nog een prijs van 500 euro voor een Belgisch record gegeven en 1500 euro beloofd voor een wereldrecord. Onder druk van de club moesten de organisatoren van de wereldbeker deze beloningen schrappen. Celine won een slackline, die ze wegens dubbel dan maar aan een bevriende klimmer cadeau deed. Ook hier was de belangstelling van de Club en de federatie erg beperkt. De viering van uitzonderlijke prestaties werd zo gekozen dat Celine niet aanwezig kon zijn die avond. Haar enige beloning, een greep in stervorm ontving ze enkele maanden later onceremonieel. Een artikeltje in een tijdschrift of op een website kon er ook niet af. We gaan er dan ook vanuit dat noch de federatie, noch de club de prestaties van Celine belangrijk vinden.
Aanmoedigen topsport
Het aanmoedigen van topsport voor klimmers is geen gemakkelijke zaak. Het budget is in Vlaanderen door gebrek aan belangstelling en ambitie erg beperkt. De klimmers begrijpen dit. De federatie moet kiezen tussen ‘een of twee toppers te sponsoren’ of een evenwicht zoeken tussen ‘een piramidale verdeling’ waarbij de top meer krijgt dan de minder goed presterenden. De klimmers begrijpen dit ook. Maar wat niet zo’n grote hap uit het budget vraagt is het algemeen aanmoedigen en promoten om voor topsport te kiezen en hiervoor hard te trainen. Bovenstaande brief is voor een klimmer wiens leven rond de trainingen en de wedstrijden opgebouwd is een ticket voor ‘opgeven’. De klimmers begrijpen dit niet.
Ik denk dat KBF geen enkel idee heeft hoe hard je wel moet trainen om op een wereldbekerwedstrijd toch nog als 40ste te eindigen. Op de jeugdboulderwedstrijd vorige zomer in Polen kon ze zich zonder specifieke bouldertraining toch nog als 15 plaatsen. Dit wordt afgedaan als een ondermaatse prestatie. Er wordt vergeten dat klimmers bijna volledig op eigen kracht – de minder succesvolle ook nog met eigen middelen – tegen de rest van de wereld opkomen. Hiervoor is moed nodig.
Een sponsoringsysteem waarbij elke atleet een basisbedrag per wedstrijd krijgt toegewezen, aangevuld met een genuanceerd bonussysteem afhankelijk van de prestaties zou voor de atleten aanvaardbaarder zijn. Bijvoorbeeld trapsgewijze bonussen, ranking van 70 % tot 50 %, halve finale, finale, 3, 2, 1. Je hoeft dan niemand in een A, B of C team te stoppen. Het teamsysteem is educatief verouderd, het werkt enerzijds jaloezie en anderzijds pretentie in de hand. De schoolcategorieën ASO, TSO en BSO worden ook afgevoerd om diezelfde reden.
Het gaat niet altijd om geld
Wie als jonge klimmer in het wedstrijdcircuit stapt, snapt al gauw dat hij niet moet rekenen op veel financiële steun of sponsoring om zijn dromen waar te maken. De verenigingen hebben weinig financiële draagkracht, maar springen wel bij door bv. trainingen aan te bieden aan een democratische prijs en de internationale reizen voor een stuk mee te bekostigen. De Federatie die zich maar al te graag als topsportfederatie voordoet heeft blijkbaar ook een erg beperkt budget. Ze springen wat bij voor wie deelneemt aan (en goed presteert op) internationale wedstrijden. Verder ondersteunen ze ook de organisatoren van de Belgische kampioenschappen. Rond training en voorbereiding voor de wedstrijden is er bij KBF geen aanbod of financiële steun. Er is dit jaar wel een medische screening en een leadstage georganiseerd in Spanje, maar ook hier moeten de ‘slecht’ presterenden meer betalen dan wie aan de top staat. Schoolreizen worden ook niet duurder voor wie een slecht rapport heeft. Uit de mail van KBF: “There is a small cost for each member, depending on his/her statute given by the federation.”
Het transport 3 à 4 maal per week naar de klimzaal loopt vooral op. Daarbovenop komen de inkomgelden, materiaal en de trainingen. Ook de tijdsinvestering is erg hoog. Ouders willen maar al te graag hun kinderen steunen en zijn bereid hiervoor de nodige centjes op tafel te leggen. Geld is, op enkele uitzonderingen na, dan ook geen groot probleem. Maar de klimmers willen wel iets terug voor hun harde werk: aanmoediging en aandacht. Het figuurlijke schouderklopje hoeft niet alleen van de bomma te komen!
Promotie topsport
Wie hard traint en naar de wedstrijden gaat, is een voorbeeld voor anderen om ook op de trein van het topsportklimen te springen en het beter te doen dan hun voorbeelden. De Vlaamse federatie en de clubs profileren zich weinig of niet als topsport-minded. In het magazine van KBF verschijnt maar af en toe een artikel over wedstrijdklimmen en topsport. In vele nummers vind je zelfs helemaal niets. In het themanummer rond opleidingen vind je geen enkele opleiding terug rond wedstrijdklimmen. Ook de websites of tijdschriftjes van verenigingen zetten nauwelijks hun topsporters in de verf. Alle aandacht gaat dan ook alleen maar naar die ene topprestatie waar je uiteraard niet kan naastkijken. De andere deelnemers vergeet men soms te vermelden als hun prestatie niet top is. Het is nochtans geweten dat als je wil dat je publicatie gelezen wordt, je namen moet noemen. Wie met naam en foto in de krant staat, knipt dit artikel uit en plakt het op de ijskast. Verenigingen zien het belang hiervan niet in. Er is zelfs een trend om de nationale wedstrijden niet meer behoorlijk aan te kondigen. Er zijn zelden nog affiches, er verschijnt in geen enkel tijdschriftje een deftige wedstrijdkalender, op de clubwebsites en federatiewebsite vindt je ook niets terug. Wie niet de moeite doet om op de ondermaatse en onoverzichtelijke jurywebsite te gaan kijken, weet niet eens of er wel wedstrijden zijn.
Beste KBF
Stuur dergelijke brieven niet meer naar jonge sporters. Er bestaat ook nog overleg en vele klimmers (en ouders) zijn best wel in staat om zelf verstandige beslissingen te nemen. Om aan topsport te doen, moet je veel doorzettingsvermogen hebben. dit gaat gepaard met een beetje koppigheid en vechtlust. Beslissingen genomen door een anoniem groepje onbekenden zonder inspraak of overleg komen altijd hard aan, zijn dikwijls fout en hebben een averechts effect. Topsportklimmen is voor Celine geen onbenullige vrijetijdsbezigheid meer. Ze beleeft er veel plezier aan en neemt het hele wedstrijdgebeuren en de trainingen heel ernstig. Met het advies dat de STOPsportcommissie hier geeft “om demotivatie en verlies aan zelfvertrouwen alsook onnodige betaling van deelnamegeld te vermijden,” bereikt de commissie net het tegenovergestelde. We zullen nog maar eens naar de bomma gaan voor een schouderklopje.
Zoals verwacht heeft de STOPsportfederatie heeft zich tijdens het Open Vlaams niet verontschuldigd voor de demotiverende toon in de brief. Misschien hebben ze mijn artikel niet gelezen, maar toch hoop ik dat ze dit soort brieven niet meer sturen in de toekomst.
Peter Cuypers
Foto’s Open Campus Aken 14-01-2017: Thomas Schermer en Luc Thijs
Meer foto’s van Open Campus Aken 2017